Vadertaal

Het begint al onderweg, het geratel in mijn hoofd. In ieder geval als ik alleen reis en niet word verleid tot Nederlands praten. De knop Deens gaat aan en maakt overuren, de hele vakantie in Denemarken door. Vooral op momenten dat ik alleen ben en niets anders hoef dan van A naar B lopen, merk ik hoe mijn hoofd overloopt van gesprekken in het Deens. Met mezelf, help!

Nørrebro, Peblingedossering, Kopenhagen

De knop Deens wil niet meer uit tot ik weer geland ben op Nederlandse bodem. Figuurlijk dan, want ook in Nederland word ik de eerste dagen wakker uit een droom waarin Deens de voertaal is. Alsof de taal even geparkeerd wordt in een opvanghuis, tussen droom en werkelijkheid, en daarna mijn hoofd weer met rust laat. Die rust voelt tegelijkertijd meewarig aan, ook al is het een tijdelijk afscheid.

Natuurlijk proces
In Nederland zet ik mijn eerste taal weer aan als ik naar een Deens radioprogramma luister waarin druk gediscussieerd wordt. In gedachten ga ik dan meepraten, alsof ik een van de gasten ben. Op zulke momenten besef ik dat de Deense taal mij veel meer raakt dan het Nederlands. De Nederlandse taal is jaren later aangeleerd en zit minder in mijn genen, zo voelt het.

Een moedertaal leer je als kind via een natuurlijk taalverwervingsproces, terwijl een tweede taal via een gestructureerd leerproces tot je komt. Het leren van de tweede taal loopt langs een meer beschouwende weg dan de eerste taalverwerving. Dat verklaart voor mij dat het Deens dichterbij voelt dan het Nederlands. Deens is mijn vader’s taal en mijn eerste; Nederlands de taal van mijn moeder en mijn tweede. Gevoelsmatig beschouw ik Deens als mijn vadertaal en Nederlands als mijn moedertaal, terwijl moedertaal dus staat voor eerste taal en vadertaal de woorden afstandelijk en soms zelfs kunstmatig in zich draagt. Zo voelt mijn vadertaal dus allesbehalve.

Emotionele hechting
In een blog over taal en emoties lees ik dat er nog nauwelijks taalkundig onderzoek is gedaan naar de emotionele hechting aan de taal die je vanaf je geboorte meekrijgt. Wel is uit psychologisch onderzoek gebleken dat het emotionele geheugen, de amygdala, daarbij een rol speelt. Een peuter heeft succes als zijn moeder bij hem gaat zitten nadat hij de woorden ‘moeder zitten’ heeft uitgesproken. De beloning voor zijn woorden wordt in het emotionele geheugen vastgelegd.

Het lijkt erop dat het leren van cijfers ook gepaard gaat met emoties. In ieder geval kan ik tafels alleen maar opdreunen in het Deens en levert vertalen naar het Nederlands altijd de nodige hoofdbrekens op. Zoals de tafel van negen die altijd in het Deens tot mij komt:

“Ni, atten, syvogtyve, seksogtredive, femogfyrre, fireoghalvtreds, treogtres, tooghalvfjers, enogfirs, halvfems!”